Het is tijd om concreet te worden als het gaat om oplossingen bij netcongestie. Op donderdag 10 juli kwamen zo’n dertig ondernemers uit Westfriesland bij elkaar in het bedrijfsrestaurant van Florex in Bovenkarspel. Het doel? Samenwerken aan slimme oplossingen voor het overvolle stroomnet.
Warm welkom en duidelijke ambitie
Projectleider Bauke de Heer van SED opende de middag, gevolgd door wethouder Thijs Visser namens de gemeente Stede Broec. Hij benadrukte het belang van een concurrerend én duurzaam ondernemersklimaat, ook als het stroomnet piept en kraakt. De gemeente wil actief bijdragen aan oplossingen voor de bedrijven in de regio die nagenoeg allemaal zijn aangesloten op onderstation Enkhuizen.
Florex: gastheer met een energiedilemma
Florex-directeur Gertjan Klumpenhouwer heette de groep welkom. Hij vertelde kort hoe zijn bedrijf ’s zomers stroom overhoudt, maar in de winter juist tekortkomt. Een situatie die veel ondernemers herkennen. Bovendien is hij bereid zelf meer te investeren in oplossingen, mits dat rendabel is.
Netwerk en buurtscan: zicht op kansen
Bauke nam weer het woord en vertelde hoe het traject er tot nu toe uitzag:
- Juli 2024: bijeenkomst bij Florex
- Oktober 2024: verkenning Centrale Zone
- December 2024: buurtscan door Liander
- 2025: analyse, verkennende gesprekken en voorbereiding op collectieve oplossingen
De buurtscan van Liander biedt voor het eerst een helder beeld van de nettopologie rondom onderstation Enkhuizen. Daardoor weten bedrijven nu op welke installatie ze precies zitten. Dat biedt kansen voor samenwerking. Er is zelfs een handig overzicht met bedrijfsnamen en welke bedrijven op welke installatie (1 of 2) zitten en met een AC4 of -5 of een AC6 aansluiting. Bedrijven met een -4 en -5 aansluiting kunnen onderling samenwerken, evenals die met een 6-aansluiting.
Samenwerking en regie
De gemeente heeft een bestuursopdracht opgesteld om de regie te versterken. Het doel: bedrijven ondersteunen bij het vormen van clusters die samen het net slimmer benutten. Bijvoorbeeld met gezamenlijke contracten voor transportcapaciteit, waarbij ieder bedrijf zijn eigen aansluiting houdt, maar collectief afstemt via een energiebeheersysteem.
Energyhubs: samenwerken aan ruimte
Marco Bos van Alliander gaf toelichting op het concept energyhubs. Door opwek, verbruik en opslag lokaal af te stemmen, ontstaat meer ruimte op het net. Via groepscontracten (een Groepstransportovereenkomst ofwel GTO) kunnen ondernemers zelf bepalen hoe ze de beschikbare capaciteit verdelen. Voorwaarde: er mag geen congestie zijn op de middenspanningsroute.
De voordelen zijn duidelijk:
- Flexibel groeien, zonder contractwijziging
- Beter benutten van opgewekte energie
- Kosten besparen door slimme verdeling
Maar er leven ook zorgen. Ondernemers vroegen zich af of Liander straks de ‘witte ruimte’ tussen de contracten verkoopt aan derden, waardoor ze zelf geen ruimte meer hebben. Niemand wil zijn capaciteit verliezen. En wat er gebeurt als iemand de groep verlaat, bijvoorbeeld door bedrijfsverplaatsing?
Vragen uit de zaal
De bijeenkomst kende een levendige discussie. Een greep uit de vragen:
- Kunnen AC4, AC5 en AC6-aansluitingen samenwerken? Alleen onderling 4-5 en 6. Er wordt gewerkt aan een constructie waarbij invoerende AC6 (zonne- en windparken) kunnen samenwerken met AC4 en -5 aansluitingen.
- Mag ik stroom van mijn zonnepanelen aan de buurman leveren? Dat kan alleen achter de meter. Er zijn dus wel mogelijkheden, maar die vergen een apart systeem.
- Wat krijg ik terug als ik tijdelijk mijn overschot beschikbaar stel?
- Is Firan wel onafhankelijk genoeg, als dochter van Alliander?
De gemeente gaf aan de eerste twee stappen van Firan te willen financieren. Daarna dragen de deelnemende clusters zelf bij. Inmiddels hebben veertien bedrijven zich aangemeld. Er is ruimte voor meer.
Conclusie: energie én enthousiasme
De sfeer was positief. Hoewel er aanvankelijk wat wantrouwen was richting collectieve contracten, groeide het vertrouwen tijdens de bijeenkomst. Ondernemers willen wél, mits het juridisch goed geregeld wordt. Ook WBG toonde zich enthousiast en bood hulp aan bij het vervolg.
De volgende stap? Gezamenlijk aan de slag met concrete clusters en collectieve oplossingen. De energie is er. Nu het net nog.