Veelgestelde vragen mét antwoorden over netcongestie

Op 18 juni hield de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een webinar over netcongestie. Vóór en tijdens het webinar konden ondernemers vragen stellen over dit onderwerp. Deze vragen werden in het webinar beantwoord, maar de RVO heeft er ook een FAQ van gemaakt. Heel waardevol om even te raadplegen als je het webinar gemist hebt of wanneer je ondernemer bent en stroom gebruikt. Op de pagina over netcongestie van het RVO kun je het webinar terugkijken, het rapport over bewezen succesvolle oplossingen voor netcongestie raadplegen en nog meer informatie vinden. In het rapport staan ook aannames voor de potentieel- en kostenberekeningen. Voor
het potentieel: hoofdstuk 3.3, voor de kosten hoofdstuk 3.4 en Bijlage 3.

1. In welke gevallen moet een ondernemer rekening houden met netcongestie? Wat zijn de eerste stappen?

Een ondernemer moet rekening houden met netcongestie als de ondernemer zich op een nieuwe locatie wil vestigen, op een bestaande locatie wil uitbreiden of verduurzamen (besparen of elektrificeren) of haar productieproces wil aanpassen. Stap 1 is een energiescan (laten) maken en de mogelijkheden bespreken met een expert. Soms kan er data worden opgevraagd bij de energieleverancier over het eigen verbruik. De oplossingsrichtingen uit het rapport bieden een overzicht van de mogelijkheden en de te nemen (vervolg)stappen. Daarnaast is het verstandig contact op te nemen met de netbeheerder over eerdergenoemde activiteiten en de verschillende oplossingen bij congestie. Zij weten zelf het best wat zij voor de ondernemer kunnen betekenen en op welke termijn. Ook als er in de regio nu nog geen sprake is van netcongestie kan het lonen om te kijken waar ruimte is voor flexibiliteit en/of besparing en hier eventueel je gecontracteerd vermogen op aanpassen, dit kan kosten besparen.

2. Zijn deze oplossingen ook toepasbaar bij ondernemers die nog geen aansluiting hebben?

Met behulp van capaciteitsbeperkende contracten kunnen ondernemers uit de wachtrij direct aangesloten worden of worden wachtrijen ingekort, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe aansluitingen. Sommige collectieve oplossingen kunnen ook ingericht worden om achter dezelfde aansluiting als een al aangesloten onderneming ruimte te krijgen voor nieuwe initiatieven. Ook kan er in afspraak met ondernemingen in de omgeving soms een aansluiting gedeeld worden (groepscontract).

3. In hoeverre kan energiebesparing een rol spelen in het verminderen van netcongestie?

In veel processen kan energie bespaard worden en dat is altijd zinvol. In het geval van netcongestie is het wel van belang wanneer de besparing plaatsvindt, netcongestie ontstaat namelijk op de piekmomenten. Energiebesparing kan ook een rol spelen als u als ondernemer wilt uitbreiden maar hier geen grotere aansluiting voor kunt krijgen, met behulp van besparing en energiesturing kunnen er dan toch mogelijkheden tot uitbreiding zijn binnen de bestaande aansluiting.

4. Wat adviseert u aan een ondernemer die een constante elektriciteitsvraag heeft en het verbruik dus niet flexibel kan inrichten?

We adviseren te beginnen bij een energiecheck om te controleren of deze aanname correct is en op welke onderdelen kan worden bespaard of mogelijk toch gestuurd, tegen de verwachting in. Het opstarten van processen kost bijvoorbeeld vaak onevenredig veel energie en levert piekprofielen op. Daar kan soms toch meer in worden gestuurd. Na de scan kan bekeken worden of een individuele oplossing van extra eigen opwek/opslag hulp kan bieden in het proces, eventueel i.c.m. een capaciteitsbeperkend contract. Ook kan er in de omgeving van de ondernemer worden gekeken of er in collectiviteit zaken te regelen en af te spreken zijn. Dit kan helpen omdat ieder bedrijf onvermijdelijk pieken heeft in haar verbruik, als deze op elkaar worden afgestemd kunnen er in gezamenlijkheid minder opgetelde pieken zijn.

5. De netbeheerder beschikt over veel van de benodigde data (energieprofielen, aansluitingen, wachtrij) om een geschikte oplossing te bepalen, verstrekt de netbeheerder deze informatie ook?

Uit de praktijkverhalen blijkt dat dit vaak pas in detail gebeurt als men al in (vergaand) gesprek is over de vormgeving van een oplossing. Het is goed om te vermelden dat begin juni door Netbeheer Nederland een nieuwe versie van de capaciteitskaart is gepubliceerd. Deze versie is aangevuld met informatie vanuit de regionale netbeheerders over aanwezige en benodigde transportcapaciteit, het aantal partijen in de wachtrij en hoeveel vermogen er is aangevraagd. Later dit jaar wordt ook data over het hoogspanningsnet toegevoegd. Voor informatie op individueel niveau blijft het nodig om contact op te nemen met de regionale netbeheerder.

6. Wat zijn de voorwaarden voor het toepassen van een directe lijn?

Voorwaarden voor het succesvol toepassen van een directe lijn zijn goede samenwerking tussen de leverancier en afnemer, en met de regionale netbeheerder en ACM. In de factsheet vindt u meer informatie over de te nemen stappen: Oplossingen voor netcongestie bij bedrijven (rvo.nl) Daarnaast moet u de directe lijn melden bij ACM. Of sprake is van een directe lijn dient u bij een jurist te checken. De definitie van een directe lijn is hier te vinden. De studie refereert naar beide soorten directe lijn zoals gedefinieerd door ACM.

7. Wat is de afbakening van opslag in dit onderzoek?

In dit onderzoek betreft opslag alleen elektrische energieopslag d.m.v. een batterij. Wel kan na een energiescan door een partij met expertise op dit gebied naar aanleiding van het energieprofiel gekeken worden of bijvoorbeeld energieopslag in de vorm van warmte (i.c.m. assets als een warmtepomp/WKK) een oplossing kan bieden voor de ondernemer. Dit blijft maatwerk en begint dus bij een energiescan.

8. Wat zijn momenteel de belemmeringen bij energiehubs?

De verschillende (groeps)contractvormen bij de netbeheerder zijn nog in ontwikkeling. Deze zijn vereist voor de grootschalige uitrol van energiehubs. Verder is een belemmering de beschikbare netcapaciteit voor flexibele oplossingen zoals energiehubs op zowel de netten van de regionale als de landelijke netbeheerder (TenneT). In de uitvoering zijn belemmeringen de organisatiegraad van bedrijven, profielen die niet goed op elkaar aansluiten en investeringen in de ontwikkeling van de energiehub. Voor meer informatie over specifiek energiehubs kunt u ook terecht op de pagina van de RVO.

9. Wat is de status en beschikbaarheid van de verschillende flexibele contracten die netcongestie tegen kunnen gaan?

De status van de verschillende maatregelen die genomen kunnen worden bij netcongestie zijn o.a. terug te vinden via ACM. Specifiek voor energiehubs heeft Netbeheer Nederland ook een Q&A opgesteld.

10. Wat wordt verstaan onder maatschappelijke kosten en baten?

We hebben het hier over de bruto maatschappelijke kostprijs van netcongestie, deze volgt uit het ondertussen gepubliceerde rapport van Ecorys. Dit zijn de maatschappelijke kosten wanneer één MWh vanwege netcongestie niet gebruikt kan worden of één MWh duurzame elektriciteit niet ingevoed kan worden. Het gaat hier om de bruto kostprijs van netcongestie, vanwege de afbakening van het onderzoek. De maatschappelijke kosten zijn berekend door te kijken naar niet gerealiseerde inkomsten (baten) per sector wegens netcongestiebeperkingen. In deze studie zijn deze vergeleken met de netto kosten van de gedefinieerde oplossingen, zowel kosten als baten dus. De kosten voor de oplossingen die zijn berekend, zijn de daadwerkelijke kosten voor de ondernemers. De maatschappelijke kosten kunnen breder zijn, deze mogelijke baten komen niet alleen terecht bij de ondernemer.

11. Zijn er bepaalde bedrijven/sectoren te onderscheiden per oplossing? En in hoeverre zijn de oplossingsrichtingen ook van toepassing voor maatschappelijk vastgoed (bijvoorbeeld scholen, zorginstellingen, sportclubs)?

Er is onderscheid gemaakt in opwek/afnamecongestie en onderscheid in individuele oplossingen versus collectieve oplossingen. Dus niet in sectoren of bedrijven. Deze oplossingen zijn potentieel toepasbaar voor alle bedrijven/organisaties met (behoefte aan) een aansluiting op het elektriciteitsnet. Wel is het in sommige sectoren eenvoudiger om het energieverbruik te sturen dan bij anderen, omdat die bijvoorbeeld op “daluren” van het stroomnet hun productie kunnen draaien. Elektrisch vervoer zou hier een voorbeeld van kunnen zijn, als zij het laden van voertuigen naar de nacht zouden kunnen verplaatsen. Ook is de berekende potentie groter voor energie-intensieve processen, omdat er simpelweg meer kWh te winnen valt in de totale bedrijfsvoering.