De logistieke sector staat voor een gigantische opgave. In 2040 moet transport grotendeels uitstootvrij zijn. In 2050 helemaal. Elektrisch rijden, waterstof, slimme laadinfra; de transitie is onvermijdelijk, maar de praktijk blijkt weerbarstig.
Tijdens de bijeenkomst Toekomstbestendige Logistiek in Noord-Holland Noord op 16 oktober, georganiseerd door de zeven Westfriese gemeenten en de gemeente Hollands Kroon, staan de kansen én knelpunten centraal. Gastlocatie is SVZ Transport in Zwaag, dat samen met buurondernemers werkt aan een eigen energiecoöperatie op bedrijventerrein Westfrisia.
Clean Energy Hub: geen doel, maar middel
De aanleiding van de bijeenkomst is het onderzoek naar Clean Energy Hubs (CEH’s): locaties waar verschillende duurzame energiedragers samenkomen – elektriciteit, waterstof en biobrandstoffen – gecombineerd met voorzieningen als overnight truckparking, horeca of huisvesting van arbeidsmigranten.
Wouter Tettero (Rebel Group) presenteert de onderzoeksresultaten. Zijn boodschap is helder: een CEH is geen doel op zich, maar een middel om de transitie naar duurzame logistiek te versnellen. Eerder bleek al dat het streven naar waterstof, als vervolg op het Convenant Waterstof en Mobiliteit Noord-Holland (2023), voorlopig nog “een brug te ver” is. De focus voor dit onderzoek lag daarom op elektrische logistiek.
Zeven potentiële locaties langs de A7 en Westfrisiaweg zijn onderzocht. Er zijn kansen genoeg, maar uit gesprekken met ondernemers blijkt dat er onvoldoende animo is. Ondernemers laden liever op eigen terrein en zouden dus niet snel naar een openbare laadvoorziening gaan. En dan zijn er nog de technische uitdagingen. De conclusie is nuchter: voorlopig geen Clean Energy Hub langs de A7 en Westfrisiaweg.
Netcongestie blijft de grootste drempel
De grootste uitdaging voor de logistieke sector blijft het overvolle elektriciteitsnet. De transitie vraagt om veel meer stroom dan beschikbaar is. Ondernemers willen het liefst laden op eigen terrein, dat is efficiënter, goedkoper en beter te plannen, maar vaak ontbreekt de aansluiting.
René Moeijes van het gelijknamige transportbedrijf verwoordt het scherp: “Thuis tanken is veel fijner. En ik zou woest worden als een tankstation in het weiland wél een zware aansluiting krijgt, terwijl onze bedrijven dat niet krijgen. Als het straks verplicht wordt om elektrisch te rijden, prima, maar dan moet het ook kúnnen.”
Wim Roks van Simon Loos vult aan: “Transport en logistiek komen in geen enkel verkiezingsprogramma voor als sector die voorrang moet krijgen op stroom. Dat voelt als een mes in de rug. We moeten elektrificeren, maar we kunnen niets. Zonder logistiek ligt Nederland stil.”
LoLa en MRA-E: ‘Elektrische logistiek gaat gebeuren’
Volgens Riko Kruit (MRA-E) en Rick Stegeman (LoLa – Logistiek Laden) is de elektrificatie van logistiek onvermijdelijk. Hun organisaties werken aan een landelijk dekkend netwerk van logistieke laadlocaties langs snelwegen (LoLa) en op bedrijventerreinen (MRA-E), en ondersteunen gemeenten bij publieke laadinfrastructuur.
“De laadopgave groeit als een tsunami,” zegt Riko. “In 2050 praten we over een elektriciteitsvraag vergelijkbaar met 2,5 miljoen huishoudens.”
De uitdaging zit vooral in de businesscase. Elektrisch rijden wordt snel goedkoper per kilometer, maar de hoge investeringen en lage marges in transport maken de overstap spannend. LoLa helpt om die omslag te versnellen, onder meer door gedeelde laadvoorzieningen en corridorprojecten langs de A7.
Rick vult aan: “Het traject tussen Den Oever en Zaanstad is voor ons een prioriteit. Hier wordt veel gereden en daardoor zal er veel vraag zijn naar laadinfrastructuur. We zien hier volop kansen, ook met CEH’s en load balancing, het terugladen met vrachtwagens.”
Beide heren roepen ondernemers en gemeenten op om samen plannen te maken en daarbij vooral vooruit te kijken. “De vraag is niet óf we elektrisch gaan, maar wannéér.”
Liander: investeren, uitbreiden en slimmer gebruiken
Dennis Vollenga van Liander geeft inzicht in de huidige netbeperkingen. De cijfers spreken voor zich:
- Op het hoogspanningsstation Westwoud is al sprake van congestie;
- Zo’n 400 bedrijven in de regio staan op de wachtlijst;
- Alleen in Noord-Holland investeert Liander ruim een miljard euro in netuitbreiding.
Maar uitbreiding kost tijd en is niet helemaal in eigen hand, want een groot deel van de problemen zit bij TenneT, waar Liander zelf klant van is. Daarom werkt de netbeheerder ook aan het slimmer benutten van het bestaande net.
“We zitten met TenneT aan tafel om het koppelpunt beter te benutten. En we zoeken met gemeenten naar plekken voor nieuwe stations,” vertelt Dennis. “Daarnaast introduceren we nieuwe contractvormen, zoals congestiemanagementcontracten, om tijdelijk meer ruimte te creëren.”
Zijn collega Laura gaat in op de nieuwe contracten, die we onlangs ook al bespraken in een aparte blog.
De praktijk: SVZ Transport geeft het goede voorbeeld
Michel Cornelis (SVZ Transport), gastheer van de bijeenkomst, laat zien dat verduurzamen binnen de sector wél kan, maar stap voor stap. Het bedrijf beschikt over 14 locaties, 34 standplaatsen en 1.300 vrachtwagens. In 2007 rijdt de eerste elektrische truck, inmiddels zijn het er veel meer.
Michel ziet de transitie vooral als een efficiëntievraagstuk: “Efficiëntie en duurzaamheid gaan hand in hand. Elektrisch rijden is prima, maar je hebt een goed voertuig, een kostenvoordeel en een betrouwbare infrastructuur nodig. De overheid bepaalt grotendeels het tempo.”
SVZ onderzoekt slimme laadstrategieën, batterijen en interne sturing. De laatste optie is een zwaardere aansluiting, maar die wil men het liefst voorkomen. “We doen dit niet alleen,” zegt Michel. “We werken aan een energiecoöperatie, samen met buren op bedrijventerrein Westfrisia. Want alleen red je het niet.”
Tussen ambitie en realiteit
Wat deze middag duidelijk maakt, is de kloof tussen ambitie en realiteit. Ondernemers willen vooruit, maar lopen vast op techniek, wetgeving en netcapaciteit. Er is behoefte aan duidelijkheid, samenwerking en kennisdeling.
Sjaak de Vries (SVZ):“We hebben richting nodig. Wat is de tijdslijn, klopt die nog wel? Is dit haalbaar? Waar moeten we rekening mee houden?” René Moeijes vult aan: “Als gemeenten zero-emissiezones invoeren, moeten ze wél weten of dat haalbaar is. Anders werkt het averechts.”
Toch overheerst de wil om samen te werken. Overheden, netbeheerders en ondernemers zitten aan één tafel en dat is winst op zich. Sterker nog, zegt Michel: “Transporteurs zitten nu zelfs samen om tafel, terwijl we elkaar voorheen de tent uit vochten, bij wijze van spreken.”
Conclusie: van praten naar plannen
Er komt voorlopig geen Clean Energy Hub langs de A7 of Westfrisiaweg. Maar het gesprek over de toekomst van logistiek is gestart en belangrijker nog: het wordt breder gevoerd. De transitie vraagt om meer samenwerking, meer tempo en meer realisme. Ondernemers willen niet wachten tot 2050; ze willen weten wat ze nú kunnen doen. Maar ze willen ook dat de overheid duidelijk communiceert én rekening houdt met wat er mogelijk is.
“We zijn allemaal voor verduurzaming,” klinkt het unaniem. “Maar dan moet het wel kúnnen.” De roep om één stem richting de landelijke politiek is luid en terecht. Hier ligt een duidelijke kans voor de lokale overheid om het verschil te maken.
Bekijk hier alle presentaties van de middag.