Regiobijeenkomst NHN in het teken van Netcongestie en Energieinnovatie

Bestuurders en ondernemers kwamen vrijdag 1 december bij elkaar in kasteel Radboud te Medemblik voor de tweede bestuurlijke bijeenkomst Regionale Samenwerking Noord-Holland Noord. Op de agenda: het prangende probleem van netcongestie. De nood is hoog, zeker ook in de regio Noord-Holland Noord. Maar als ondernemers, bestuurders en netbeheerders samenwerken zijn er oplossingen mogelijk.

De bestuurlijke bijeenkomst had als doel de regionaal bestuurders bij te praten over de stand van zaken met betrekking tot de verslechterende energievoorziening en samen na te denken over creatieve oplossingen. Dat daar dringend behoefte aan is, werd deze middag wel duidelijk. Zowel de vraag naar elektriciteit als het aanbod van decentraal opgewekte hernieuwbare energie groeit hard. De infrastructuur van ons elektriciteitsnetwerk kan deze groei nauwelijks bijbenen en op verschillende plaatsen heeft dit al concrete gevolgen. Waar ondernemers vroeger blindelings konden vertrouwen op de beschikbaarheid van elektriciteit, is aansluiting op het elektriciteitsnetwerk ineens geen zekerheid meer.

Kansrijke regio

De bijeenkomst begon met een plenaire sessie in de grote Ridderzaal. Na een warm welkom door Medembliks burgemeester Michiel Pijl nam zijn ambtgenoot Jan Nieuwenburg van de gemeente Hoorn het woord voor een korte introductie over het belang van bestuurlijke samenwerking. Noord-Holland Noord is een kansrijke regio, maar de economische (groei)mogelijkheden en de brede welvaart staan onder druk. Willen we voorkomen dat de regio op achterstand raakt, dan zullen we op bestuurlijk niveau een krachtig geluid moeten laten horen bij de provinciale en landelijke overheid. Samenwerking tussen (gemeentelijk) bestuurders, ondernemersverenigingen en kennisinstellingen is een vereiste. “Sommige zaken kun je niet anders dan met elkaar organiseren. Alleen zo hebben we voldoende schaal en de zeggenschap om zaken voor te krijgen.”

Met grote tevredenheid stelde Nieuwenburg vast dat de bestuurlijke samenwerking in Noord-Holland Noord steeds meer vorm begint te krijgen en inmiddels ook zijn vruchten afwerpt. Een voorlopig hoogtepunt in dit opzicht is wat hem betreft het door alle 17 gemeenten gezamenlijk ingediende voorstel voor een nieuwe RegioDeal met het Rijk.Doel van de aanvraag is de brede welvaart in de regio te versterken, onder meer door:

  • Het vasthouden en aantrekken van praktisch en theoretisch geschoolden naar de
    regio;
  • Het verbeteren van het vestigingsklimaat voor huidige en toekomstige ondernemers;
  • Het bieden van een aantrekkelijke woonomgeving.

Schouders eronder zetten

Niet alleen op gemeentelijk niveau wordt de noodzaak gevoeld van samenwerking, ook de provincie onderschrijft het belang van bestuurlijke samenwerking voor het versterken van brede welvaart. Gedeputeerde Esther Rommel (Ruimtelijke Ordening, Economie, Haven en Recreatie) riep de aanwezigen op om ‘samen de schouders eronder te zetten’ en met zijn allen ‘een goed ontwikkelperspectief voor Noord-Holland Noord te realiseren’. Perspectief is zeker nodig als het gaat om netcongestie, een van de meest urgente problemen. Voor vrijwel de hele provincie geldt inmiddels code rood. Verzwaring van het net is een kwestie van lange adem. Om ruimte te scheppen, is samenwerking een voorwaarde. Rommel zei te hopen dat de aanwezigen een aantal ‘creatieve oplossingen’ zou opleveren, “waarmee de provincie naar het Rijk kan gaat om te vragen ons te helpen.

Snoeiharde waarheid

Hoe serieus we het probleem van netcongestie moeten nemen, kwam naar voren in het gesprek van ONHN-directeur Esther Zijl met Odile Rash (Taskforce E-Infra Noord-Holland), Ruben van Loon (Liander) en Oscar Tessensohn (TenneT). Rasch had beloofd om het publiek niet te sparen en de ‘snoeiharde waarheid’ te vertellen. Samengevat: de vooruitzichten zijn niet goed en het netcongestieprobleem gaat lang duren. Vaart maken met de aanleg van nieuwe infrastructuur is dringend noodzakelijk, verklaarde Rasch. Waarbij het belangrijk is toekomstgerichte keuzes te maken, zodat we later niet nog eens tegen dezelfde problemen aanlopen.” Maar ook al doet iedereen zijn uiterste best, een quick fix is er niet. Van Loon en Tessenshohn merkten op dat het gaat om grootschalige infrastructurele projecten. Regelgeving kan vertragend werken, maar ook een tekort aan gekwalificeerd personeel en materialen die hiervoor nodig zijn. Op zijn vroegst vanaf 2035 is er kans op soelaas. Voornaamste conclusie: willen we bedrijven aansluiten op het net, dan zullen we alles in het werk moeten stellen om de huidige capaciteit slimmer te benutten.

Energieramp

Namens de ondernemers luidde Rob Niele van ondernemersvereniging Ondernemend Alkmaar de noodklok. Een energieramp is in aantocht en samenwerking is keihard nodig om deze af te wenden. In de discussie met de zaal werd duidelijk dat zijn zorgen breed worden gedeeld en dat iedereen zijn bijdrage zal moeten leveren. Welke richtingen zoal kan worden gekeken, kwam naar voren in een drietal workshops na het plenaire gedeelte.

Workshop 1 – Virtueel Net Schiphol Trade Park als (sociale) innovatie – Ervaringen
en resultaten als inspiratie voor andere Energy Hubs.

Namens Schiphol Area Development Company (SADC) was Arnoud van der Wijk aanwezig om een presentatie te geven over het eerste collectieve en duurzame energiesysteem van Nederland gerealiseerd: het virtuele net ofwel Energy Hub. Kern van het project is dat bedrijven de capaciteit op het bestaande net delen, waardoor ze geen last hebben van de bestaande netcongestie en klaar zijn voor een duurzame toekomst. De capaciteit in het huidige stroomnet wordt lang niet altijd volledig benut en alleen tijdens piekmomenten is er sprake van onvoldoende transportcapaciteit. Dit betekent dat er op momenten van onderbenutting ‘vrije ruimte’ is voor alle bedrijven op Schiphol Trade Park om gebruik van het net te maken. Binnen het Energie Collectief Schiphol Trade Park worden partijen mét en partijen zónder stroomcapaciteit in een virtueel net (een laag over het bestaande net) samengebracht en delen zij de beschikbare capaciteit met elkaar.

In een pilot met netbeheerder Liander werd afgesproken dat alle bedrijven in het netwerk samen nooit meer capaciteit zullen vragen dan die al een contract hadden. Naast dat nu veel meer bedrijven stroom krijgen, zorgt de uitwisseling voor grotere leveringszekerheid. “Door samen te werken ben je elkaars back-up,” legt Van der Wijk uit. “Met de capaciteit van vier bedrijven zijn nu vijftien bedrijven aangesloten. En er zit nog vrije ruimte.” Door deze vorm van samenwerking kon Schiphol Trade Park van start. Technisch is dit niet zo moeilijk. De uitdaging zit in, wat Van der Wijk noemt, de ‘sociale innovatie’. “Hoe krijg je ondernemers bereid om samen te werken.” Voor bedrijven die in geen aansluiting konden krijgen, is het voordeel helder. Maar ook de ook bedrijven met een contract profiteren door algehele verbetering van het ondernemersklimaat. Van der Wijk: “Per slot van rekening is niemand gebaat bij een bedrijventerrein met grote leegstand.”

Workshop 2 – Oplossingen bij netcongestie op bedrijventerreinen: er is geen
“one size fits all”

Joep Sanderink en Thijs Pennink van New Energy Coalition vertelde meer over het versnellen van de energietransitie in onze regio. ’Act local, think global’. Ze namen ons mee in verschillende casussen op bedrijventerreinen in de Wieringermeer en Alkmaar. Hoewel er niet één concrete oplossing is, is het wel degelijk mogelijk om nu al aan de slag te gaan met innovatieve oplossingen. De kern is daarbij: betrek direct de ondernemers erbij. Zij zullen deze innovatieve oplossingen ook moeten dragen. Tegelijkertijd is de facilitaire rol van de overheid onmisbaar. Voor een gezond vestigingsklimaat is actie nu noodzakelijk. Joep en Thijs vertelde meer over Wieringermeer, waar ontwikkelingen plaatsvinden van een waterstofecosysteem in de regio en de uitrol van Renewable Energy Valleys bij Reformers. Conclusie van de workshop: Maak het bij de start niet te groot, begin met kleine aanpassingen zoals te kijken naar het verbruik achter de meter, aftoppen, kijken naar energieopslag of slimme zonoplossingen. Daarnaast is er al veel kennis, dus probeer het wiel niet opnieuw uit te vinden. Er is helaas geen ‘one size fits all’ maar wacht vooral niet af en begin met de eerste stappen. Samenwerking is noodzakelijk, maar de regelgeving is traag en ook coalitievorming kost tijd.

Workshop 3 – Toekomstbestendige energiesystemen Veghelse bedrijventerreinen

Veghel heeft een van de grootste oppervlaktes bedrijventerrein. Het consortium Smart Business Parks ging onlangs aan de slag aan de slag met de verduurzaming van vijf aaneengesloten bedrijventerreinen in Veghel. Op in totaal 450 hectare zijn hier circa vierhonderd bedrijven gevestigd, waaronder spelers als Mars, Jumbo en Friesland-Campina. Onder aanvoering van het Platform Ondernemend Meierijstad (POM) ging in Veghel onlangs een ambitieus plan van start: de realisatie van het meest duurzame logistieke bedrijventerrein van Nederland. Kern van de plannen is de realisatie vaneen lokaal energienetwerk waar vraag en aanbod van energie, warmte en koude op elkaar wordt afgestemd. Onder de naam Smart Business Parks is een consortium van bedrijven (Brink, Essent Energy Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers) recent aan de slag gegaan met de uitvoering.

Opdrachtgever is het Platform Ondernemend Meierijstad (POM) en namens deze organisatie was Jos van Aasten aanwezig om zijn ervaringen te delen. Uit zijn verhaal kwam naar voren dat een proces voor de collectieve verduurzaming van een bestaand bedrijventerrein nog heel wat voeten in aarde heeft. Zoals Van Aasten zei, moest hij ‘heel veel koppen koffie drinken’ om de zaak in beweging te krijgen. Opvallend genoeg zijn het vooral de grote bedrijven die vaak niet staan te springen om deel te nemen aan collectieve oplossingen. De reden is volgens Van Aasten dat grote bedrijven de neiging (en de financiële mogelijkheden) hebben om oplossingen voor zichzelf te ontwikkelen. Enthousiasme voor een collectieve aanpak is vooral aanwezig in het midden- en kleinbedrijf. De urgentie van verduurzaming wordt echter steeds groter. Inmiddels is er een kopgroep gevormd van twaalf bedrijven. En zijn de eerste stappen gezet met de aanleg van een collectief warmtenet.

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord organiseerde deze bijeenkomst samen met de ondernemersverenigingen Westfriese Bedrijvengroep, Ondernemend Regio Alkmaar en Ondernemerskoepel Kop van Noord-Holland. Deze werken samen in het Economisch Forum Noord-Holland Noord.