Omgevingsdienst Noord-Holland Noord over handhaving energiebesparingsplicht

Het is allang niet meer de vraag óf je gaat verduurzamen en besparen. Iedereen moet aan de slag met zijn energieverbruik. Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN) ziet in opdracht van de gemeenten toe op de mate waarin bedrijven zich houden aan de Energiebesparingsplicht met de Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing (EML). Marcel van Vugt van OD NHN ziet dat het voor ondernemers soms best ingewikkeld is. Redelijkheid en goede communicatie zijn hier heel belangrijk.

‘Energiebesparing bij bedrijven is belangrijk om de landelijke en Europese  klimaatdoelen te halen. De Energiebesparingsplicht is er voor bedrijven en instellingen die jaarlijks meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas (of een equivalent) gebruiken. Zij zijn verplicht om alle energiebesparende maatregelen, die ze binnen 5 jaar kunnen terugverdienen, uit te voeren. De zogenaamde Erkende Maatregelenlijst (EML) is in juli 2023 geheel herzien. Voor de EML moet je iedere 4 jaar een rapportage invullen: de informatieplicht. Voor de zeer grootverbruikers (meer dan 10 miljoen kWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas) is er ook een onderzoeksplicht bijgekomen. De omgevingsdiensten in Nederland zorgen voor toezicht en handhaving van die energiebesparingsplicht. Dat betekent dat we de bedrijven bezoeken om te zien of de wettelijke verplichtingen worden nageleefd.’

Al sinds 1993

‘We merken dat bedrijven zich vaak gecontroleerd en belaagd voelen. Naast de EML speelt er namelijk veel meer: de netcongestie, stimuleringstrajecten verduurzaming energiegebruik, gebiedsvisies voor glastuinbouw, besparingsplichten op basis van andere wetgeving, etcetera. Allemaal zaken waar ondernemers iets mee moeten. We zijn als land heel ambitieus geworden qua energiedoelen, wat zorgt voor veel versnippering in trajecten. Voor veel ondernemers heeft dat vaak geen prioriteit, omdat ze met andere zaken bezig zijn. Maar aan de andere kant: de wet kent al een energiebesparingsplicht sinds 1993. Sinds 2008 is het verplicht energiebesparingsmaatregelen door te voeren die zich binnen 5 jaar terugverdienen. En sinds 2013 bestaat de EML-lijst. Al die tijd is er weinig op gehandhaafd, maar dat betekent niet dat ondernemers er niets mee hoefden te doen. Met terugverdientijden van maximaal 5 jaar, kun je je ook afvragen waarom ondernemers zoveel geld laten liggen.’

Stimulerend toezicht

‘Begrip tonen voor de ingewikkelde situatie is een belangrijke eerste stap. We snappen dat er als ondernemer veel op je afkomt. Als het kan stemmen we daarom termijnen van controle af op lopende stimuleringsacties bij het bedrijf. Gemeenten bieden deze steeds vaker aan om bedrijven te ondersteunen en zo de verduurzaming te stimuleren. De energiebesparingsplicht is daar vaak een onderdeel van. Voor de besparingsplicht kunnen ondernemers bij ons een plan van aanpak indienen. Met dat plan bekijken we wat kan en op welke termijn. Zo maken we samen afspraken over de verduurzaming van het energiegebruik. Daarbij zetten we dingen naast elkaar en kijken we breed. Het is niet eerst stimuleren en daarna toezicht houden. We gaan samen doorpakken. Dat zorgt uiteindelijk voor minder weerstand en meer samenwerken. Daarbij is het belangrijk te realiseren dat wij geen adviseurs zijn. OD NHN is de toezichthouder. We willen vooral uitdragen dat we flexibel kunnen zijn, zolang er maar stappen worden gezet en aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan.’

Samenwerken in verduurzaming

Stimulering kan dus helpen om te verduurzamen en om de verplichte maatregelen toe te passen. Subsidieverstrekkers, gemeenten, Provincie en het Rijk willen echter ook zien wat er gebeurt met het toezicht. Dat toezicht is dan ook belangrijk. Klimaatroute kan energiescans en adviesrapportages verzorgen, maar zij controleren niet of de EML-maatregelen zijn uitgevoerd. Dat ligt bij ons. Het liefst zou ik zien dat we veel meer op de hoogte zijn van elkaars taken en rollen. De gemeenten en klimaatadviseurs zijn nauw betrokken in het contact met en het stimuleren van de ondernemers. Dan kan de Omgevingsdienst evengoed komen voor de controle. Iemand moet checken of de wettelijke verplichte maatregelen uiteindelijk wel worden uitgevoerd.’

Handhaving in de praktijk

‘OD NHN werkt voor 16 gemeenten in Noord-Holland Noord, waarin we allemaal op dezelfde manier werken. Er is een basislijst met potentieel besparingsplichtige locaties, samengesteld uit een aantal bronbestanden. Zelf hebben we namelijk nog onvoldoende inzicht in de exacte verbruiksgegevens van bedrijven. Aan de hand van die lijst voeren we de controles uit. Als na een eerste controle blijkt dat het energieverbruik onder de drempelwaarde is, geldt er geen wettelijke besparingsplicht. Natuurlijk kan het dan alsnog interessant zijn om besparings– of verduurzamingsmaatregelen te nemen! Als je boven de drempelwaarde zit, is de vraag: wat heb je al gedaan aan de besparingsplicht? Is er nog geen rapportage? Deze moet je dan binnen een paar weken indienen via het landelijke E-loket.’ De toezichthouder maakt een rondje door het bedrijf en kijkt of de rapportage goed is ingevuld. Wat speelt er nog? Hij spreekt uit welke maatregelen wanneer moeten zijn doorgevoerd in het bedrijf. Is er al een plan van aanpak?’


Op deze foto’s met warmtecamera’s zie je duidelijk dat de buizen geïsoleerd zijn en dat de warmte wegvloeit via de flenzen, die niet geïsoleerd zijn. Puntje van aandacht voor deze ondernemer!

Iedereen verduurzaamt

‘Voldoe je niet aan de energiebesparingsplicht, dan is de vraag eerst: waarom niet? Soms is er een tekort aan leveranciers of spullen. Dat kan gebeuren, maar je moet wel aantonen dat je er inderdaad mee bezig bent. Er zijn ook ondernemers die niet willen verduurzamen. Dan volgt de landelijk afgesproken procedure. Eerst een waarschuwing, waarna een hercontrole volgt. Is dan nog niet voldaan aan de wettelijke verplichting dan volgt een tweede brief met daarin een aankondiging dwangsom. Is na het opleggen van een dwangsom nog steeds niet voldaan aan de verplichtingen, dan wordt de dwangsom geïnd. Zover is het trouwens nog niet gekomen. We proberen dingen in de eerste fase al op te lossen. Daar wordt iedereen beter van.’