Moso International zet stapje extra voor duurzaamheid en circulariteit

Het woord pionier is niet zo vreemd gekozen als je kijkt naar Moso als geheel. Het bedrijf introduceerde bamboe in al zijn veelzijdigheid, was de eerste bewoner van Zevenhuis in Zwaag en ook één van de eerste met een tweede en nog duurzamere versie van het hoofdkantoor op het terrein in Zwaag. Dat laatste was natuurlijk nooit de bedoeling, maar het bracht ook weer nieuwe kansen.

Arjen Veltman, mede-oprichter en manager van Moso: ‘We zijn in 1997 begonnen vanuit Purmerend. Letterlijk vanuit een garage, met opslag bij derden. Bamboe was nog heel onbekend. Niemand kende de mogelijkheden ervan. Sinds onze start veranderde dat snel en daarmee groeide het bedrijf. Via Purmerend en Hoorn80 kwamen we uiteindelijk op de Marowijne in Zwaag terecht. Een belangrijke milestone voor ons was een project op het vliegveld van Madrid. Het iconische gebouw, ontworpen door Richard Rogers Partnership in samenwerking met Estudio Lamela, heeft een golvend dak van bamboe. Dat bamboe plafond mochten wij maken.’

Lokale netwerken als basis

‘Sindsdien werden de bekendheid van en het vertrouwen in bamboe steeds groter. Het is ook wonderlijk: een hard, zwaar product dat je uit een holle stam kunt halen van een plant die ook nog eens heel snel groeit. Een duurzaam materiaal dat onwijs veelzijdig is. Architecten gingen het breder toepassen en daarmee groeide ons bedrijf exponentieel. We namen wereldwijd bamboebedrijven over die worstelden met inkoop en productontwikkeling en openden onze vestiging in China, waar bamboe voornamelijk vandaan komt. We hebben altijd geïnvesteerd in lokale netwerken voor onze vestigingen wereldwijd. In Italië en Zuid-Afrika, maar ook in China waar 25 mensen van Chinese afkomst voor ons werken. Zij hebben daar een eigen netwerk en weten precies wat wel en niet werkt. Voor je groei is het belangrijk dat je lokaal, in het land zelf, mensen hebt die vragen kunnen beantwoorden. Dat is een belangrijke basis voor succes.’

Onverwachte wending

Met Mark Tesselaar van Landmark werkten we aan een kantoorpand met eigen opslag, zodat we niet meer extra ruimte hoefden te huren. Toen Zevenhuis beschikbaar kwam hebben we die plannen concreet gemaakt. We waren de eerste die zich vestigden op het nieuwe terrein in 2016. We hadden er in één keer alles onder één dak. En toen brak er in februari 2020 brand uit. Dat was een enorme schok. De brand heeft bijna een week geduurd en we zijn er nooit achter gekomen wat nou precies de oorzaak was, doordat de brand zo fel was. Het was een heel heftige periode, maar je ziet in zo’n tijd ook meteen wat je aan je mensen hebt. Iedereen stond klaar om mee te helpen en weer op te bouwen.’

Meteen doorpakken

‘De brand was op vrijdag en op maandag waren we alweer aan het werk in het pand van de Rabobank. We kregen magazijnruimte aangeboden bij de Gebroeders Langedijk in Venhuizen. Het pand daar werd meteen aangepast, zodat we er onze opslag konden organiseren. Uiteindelijk verhuisden we naar het pand van onze IT-supplier Art of Automation, waar ze voor langere tijd ruimte vrij hadden. Het magazijn bleef in Venhuizen. En in de tussentijd gingen we met Landmark weer aan de slag voor het nieuwe pand, waar we uiteindelijk in 2023 in zijn getrokken. Dit pand is anders geworden dan het vorige. De loods staat op precies hetzelfde fundament, want dat was nog grotendeels intact. De kantoren staan juist veel meer naar de weg. Mark Tesselaar van Landmark: “Dat is bewust, want meer naar voren konden we wat hoger bouwen, volgens de richtlijnen die de gemeente aan het bedrijventerrein heeft gesteld. Hierdoor kon de loods iets groter worden.” Arjen: ‘Het kantoor is veel groter dan voorheen. Het is een soort bedrijfsverzamelgebouw, waar ook ruimte is voor andere huurders. En als we verder groeien, kan dat makkelijk in ons eigen pand. Zo is het op meerdere fronten toekomstbestendig.’

Doordachte basis

Mark: “Het pand is traditioneel opgezet als staalconstructie met beplating. Natuurlijk is overal bamboe verwerkt, zonder overdadig te zijn. Het voordeel van bamboe is dat het van zichzelf al een ingetogen materiaal is, zonder wilde vlammen of noesten. Aan de buitenzijde van het pand vergrijst het heel mooi en dat past bij wat we mooi vonden qua beeld. Het gebouw heeft weinig onderhoud nodig om er representatief uit te blijven zien.” Arjen: ‘Een USP van bamboe is de brandwerendheid. Daar is veel aandacht voor. Zéker sinds de brand in de Grenfell Tower in Engeland, waarbij de gevelbeplating in de brand stond. Natuurlijke materialen moet je vaak impregneren om ze brandwerend te maken. Bamboe is van zichzelf heel dicht, wat brandwerend werkt. En dat effect is blijvend, zonder gebruik te hoeven maken van chemische middelen. Wel zo prettig, nu brandwerendheid zo onder een vergrootglas ligt.’

Nét even beter

Mark: “Over de installaties hadden we bij het eerste pand al goed nagedacht, maar nu konden we tóch nog een verbeterslag maken. Net als in het vorige pand hebben we gekozen voor een installatie met luchtwarmtepompen. We hebben ook gekeken naar bronwarmte, maar met dit type gebouw is het lastig om balans te vinden in die bron. Binnen zijn alle installaties in het zicht. Daar hebben we bewust voor gekozen. We hebben iets meer capaciteit toegevoegd om zonder extra energieverbruik de luchtstroom wat lager te krijgen voor optimaal comfort op kantoor.”

“Als het gaat om installaties en isolatie houdt men vaak het bouwbesluit aan. Dat is een ondergrens. Daar hoef je je niet aan te houden. Je mag best beter je best doen. Dat doen we dan ook graag. Je kunt een aantal jaar vooruitkijken naar de regelgeving. De combinatie van luchtwarmte en vloerverwarming werkt goed. Het is een langzame vorm van verwarming, waardoor de luchtstroom iets lager kan. In de loods ligt ook vloerverwarming. Dat was in de eerste versie van het pand ook zo. Het biedt meer comfort voor de mensen die daar werken en zorgt voor een stabiel klimaat. De isolatie in dit pand is nét even wat beter. Voor het dak hebben we nu PIR-isolatie en op het dak ligt PVC, wat weer brandveiliger is dan bitumen én beter werkt in combinatie met zonnepanelen.”

Energie voor de toekomst

Arjen: ‘Het hele dak ligt vol zonnepanelen. Dat hadden we in het vorige pand niet. We zouden ze gaan plaatsen, maar toen ontstond de brand.’ Mark: “Zonnepanelen zijn een no-brainer in deze tijd. We hebben een eigen transformator voor teruglevering geplaatst. Dat was nog even spannend qua aansluiting. Een groter pand heeft meer stroom nodig en dat is een uitdaging tegenwoordig. Soms gaat het niet en de doorlooptijd is lang. Gelukkig ging het net goed, al had het een lange doorlooptijd. Veel bedrijven hebben een te groot energiecontract ingekocht. Ze hebben de capaciteit, maar gebruiken het niet. Ze willen het echter wel behouden, voor het geval dat. Sommige bedrijven hebben wel 50% teveel. Als dat vrij zou komen, zou dat echt schelen op het net.”

Arjen: ‘Op dit moment slaan we onze eigen stroom nog niet op, maar dat is wel een wens voor de toekomst. Er is nu nog veel onduidelijk over de wet- en regelgeving rondom opslag. Het zou mooi zijn als je zoiets voor een groter gebied, zoals het hele bedrijventerrein, zou kunnen regelen. Lokale overheden zouden daarin eigenlijk meer een voortrekkersrol moeten nemen, zodat partijen daarin beter samen gaan werken. Als je samen deelt kun je worden afgerekend op je verbruik en bestaat zoiets als overcapaciteit niet meer. Dan ziet de wereld er meteen heel anders uit.’

Duurzaam blijven denken

‘We zijn in alle opzichten absoluut blij met ons pand. Voor het interieur hebben we, naast Mark zijn expertise, gebruikgemaakt van Opnieuw. Zij zijn gespecialiseerd in het hergebruik van materialen. Veel is refurbished. Zo zijn stoelen en banken gemaakt van oude treinbanken. Nieuwe materialen zijn zoveel mogelijk duurzaam en meubels als het keukenblok en kastenwanden zijn van bamboe. We gaan graag buiten de gebaande paden en volgen ons eigen gevoel. Gelukkig wilde Mark daar ook graag in meedenken. Zo hebben we samen een pand neergezet waarin Moso weer jaren in vooruit kan.’